Dit is een wat bijzondere zaak. Een 62 jarige man was aanwezig in een bos waar ook een mountainbike pad lag. De man was kennelijk zo geïnspireerd door de omgeving dat hij besloot zichzelf te bevredigen in de bosjes.
Vier jongens van ongeveer 14 jaar fietsten op dat moment over het pad. Zij fietsten langs de man, maakten een “U-bocht” en fietsten wederom langs de man. De jongens verklaarden onder andere dat de man hen aankeek, zijn lijf naar hem draaide en ook dat hij met hen meedraaide. Een van de jongens verklaarde, dat de man echt wilde dat de jongens hem zagen. En dat is dus ook gebeurd.
De man wordt hiervoor vervolgd. Volgens het openbaar ministerie levert het handelen van de man het seksueel corrumperen van iemand, die de leeftijd van 16 jaar nog niet heeft bereikt, op.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
De rechtbank te Zwolle heeft de man voor dit feit (en nog een feit, wat nu niet besproken wordt) veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden, waarvan 5 voorwaardelijk. De man stelt hoger beroep in tegen deze uitspraak.
In hoger beroep voert de man onder andere aan dat hij de jongens er niet toe bewogen heeft om getuige te zijn, van wat hij deed in de bosjes. Dit laatste is wel vereist voor een bewezenverklaring van 248d Sr. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is snel klaar met dit verweer. Het Hof oordeelt “Het hof overweegt dat het aankijken en het meedraaien met de jongens actieve gedragingen zijn, gericht op het brengen van de jongens tot het getuige zijn van seksuele handelingen. Daarmee acht het hof het bestanddeel ‘ertoe bewegen getuigen te zijn’ bewezen.”
Wel verlaagt het Gerechtshof de straf van 9 maanden waarvan 5 voorwaardelijk naar 6 maanden waarvan 2 voorwaardelijk.
Advocaat-Generaal
De man stapt naar de Hoge Raad. Hij voert aan dat voor het bestandsdeel “ertoe bewegen getuige te zijn” een actieve handeling van een verdachte vereist is. Volgens de man kan uit de bewijsmiddelen slechts worden afgeleid, dat hij de jongens heeft aangekeken terwijl hij bezig was. Dit is, zo stelt de verdediging, geen actieve handeling.
De advocaat-generaal geeft aan dat er sprake is van “ertoe bewegen” als voldoende aannemelijk is, dat het slachtoffer mede onder invloed van de actieve gedraging van de verdachte, getuige is geweest van de seksuele handelingen.
Vervolgens meldt de advocaat-generaal dat het meedraaien met het lichaam en het blijven aankijken van de jongens, wel degelijk actieve gedragingen zijn die gericht zijn op het brengen van de jongens tot het getuige zijn van de seksuele handeling. De advocaat-generaal concludeert dan ook “Ik acht het voldoende aannemelijk dat zij (mede) onder invloed van de actieve gedragingen van de verdachte naar zijn seksuele handeling zijn gaan kijken.”
De Hoge Raad
De Hoge Raad gaat, net als de advocaat-generaal, uitgebreid in op de wetsgeschiedenis van dit artikel. De Hoge Raad volgt vervolgens de conclusie van de advocaat-generaal en oordeelt:
“Mede gelet op de hiervoor onder 2.3.4 weergegeven wetsgeschiedenis, is sprake van het in deze bepaling bedoelde ‘ertoe bewegen’ als het slachtoffer (mede) door een actieve gedraging van de verdachte ertoe is gebracht getuige te zijn van seksuele handelingen.
Het hof heeft blijkens zijn bewijsvoering onder meer vastgesteld dat:
– de verdachte, die slechts was gekleed in een zwembroek, zich bevond in de bosschages naast een mountainbikeroute bij de [plas] in [plaats] ;
– de verdachte zijn zwembroek heeft uitgedaan en zichzelf heeft afgetrokken, op het moment dat vier jongens van dertien en veertien jaren oud over deze mountainbikeroute langs hem fietsten;
– de verdachte tijdens deze seksuele handelingen de jongens heeft aangekeken, met zijn gehele lijf naar de jongens is toegedraaid, met hen is meegedraaid en hen is blijven aankijken;
– de verdachte is doorgegaan met zijn seksuele handelingen toen de jongens nog een keer langs hem fietsten, omdat de mountainbikeroute ter plaatse een ‘U-bocht’ maakte.
Mede op basis van deze vaststellingen, waaronder actieve gedragingen van de verdachte bestaande uit het (blijven) aankijken van de fietsende jongens en het met zijn lichaam met hen meedraaien, heeft het hof geoordeeld dat de verdachte de jongens ertoe heeft bewogen getuige te zijn van zijn seksuele handelingen. Dit oordeel getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is toereikend gemotiveerd.”
Toelichting
Het aftrekken in de bosjes, terwijl je daarbij actief naar minderjarigen kijkt, levert al snel het seksueel corrumperen van iemand onder de 16 op. Als er overigens geen actieve handeling is vanuit de verdachte, dan kan het aftrekken in het openbaar ook nog een “gewone” schennis van de eerbaarheid opleveren. Dit laatste is echter ook strafbaar gesteld en wel in artikel 239 Sr.
Voor een verdachte kan een veroordeling voor artikel 239 Sr voordelig zijn omdat daarbij geen ongelimiteerde terugkijktermijn geldt als men een VOG aanvraagt. Dit laatste is wel het geval bij artikel 248d Sr (zie voor meer informatie over de VOG deze blog).
Conclusie
Mocht je verdacht worden van een zedenfeit, schroom dan niet om contact met ons op te nemen. Michiel Schimmel heeft veel ervaring met de bijstand van zowel verdachten als slachtoffers van zedenfeiten in iedere fase van het strafproces.
Je kan gerust en geheel vrijblijvend contact met hem opnemen via michiel@hameradvocaten.nl of via 035 69 44 8 33.
Mocht je willen weten of je in aanmerking komt voor pro deo rechtsbijstand, kijk dan hier of bel gewoon een.
Wij zijn gevestigd in Bussum (gemeente Gooise Meren) maar komen bij alle rechtbank in het land. Verder hebben wij er geen probleem mee om via ZOOM af te spreken als dit beter uitkomt.