Skip to content

Woningsluitingen door de burgemeester, een update over de Wet Damocles

Ons kantoor behandelt veel zaken door het land, die gaan over woningsluitingen op grond van artikel 13b van de Opiumwet (de Wet Damocles). Recentelijk is er een uitspraak gepubliceerd van de Rechtbank Midden-Nederland waaruit blijkt dat het beoordelingskader steeds strenger wordt voor Burgemeesters (en bezwaren en verzoeken tot het treffen van voorlopige voorzieningen kansrijker). Daarnaast is er 7 juli 2021 een conclusie gepubliceerd waarin de staatsraden advocaat-generaal bij de Afdeling Bestuursrechterspraak van de Raad van State samengevat meer maatwerk bij dergelijke sluitingsbevelen adviseren en een nog strenger kader voor burgemeesters. Beide bespreek ik aan de hand van de uitspraak van de voorlopige voorzieningenrechter

Casus

De casus is als volgt volgens de voorlopige voorzieningenrechter:

Uit de op ambtseed opgemaakte bestuurlijke rapportage van de politie van 4 januari 2021 blijkt dat op 17 december 2020 een doorzoeking heeft plaatsgevonden in de schuur, behorende bij de woning. Tijdens de doorzoeking is een grote hoeveelheid drugs en medicijnen aangetroffen. Naar aanleiding hiervan is de woning doorzocht. Tijdens deze doorzoeking zijn diverse drugs, een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en een grote som contant geld aangetroffen. Ook de voertuigen van de echtgenoot van verzoekster zijn doorzocht, waarbij onder meer een grote hoeveelheid GHB werd aangetroffen. In totaal werd aangetroffen:

– 3 grote zakken met ongeveer 2641 pillen (positief getest op MDMA);

– crèmekleurige brokken, ongeveer 863,3 gr (positief getest op Fenylazijnzuur);

– 43 doosjes met in totaal 301 sachets Kamagra medicijnen;

– 1110 pillen Diazepam;

– 277 gram Amfetamine;

– 25 pillen 2C-B;

– een bedrag van € 11.650,-;

– vier grote en twee kleine jerrycans in totaal 135 liter GHB;

– twee vuurwapengelijkende voorwerpen, geschikt om mee te dreigen als het ware het echte vuurwapens;

– 6 stuks vuurwerk ‘cobra 6’ en professioneel siervuurwerk categorie F4.

Op 13 april 2021 heeft de politie een aanvullende bestuurlijke rapportage op ambtseed opgemaakt, waaruit blijkt dat op diverse plekken in de woning drugs zijn aangetroffen. In de slaapkamer van verzoekster en haar echtgenoot zijn XTC-pillen en Kamagra medicijnen aangetroffen. In de oven in de keuken heeft de politie cafeïne aangetroffen. Naast de oven is een papieren zak met ketamine aangetroffen. Onder de oven in een lade/kastje heeft de politie MDMA aangetroffen. In een ovenwant achter het koffiezetapparaat in de keuken werd ketamine aangetroffen. In de vriezer in de keuken werd amfetamine aangetroffen. Alle in beslag genomen goederen zijn door de forensische opsporing bemonsterd en door het NFI getest. Daaruit blijkt dat er in totaal 175,82 gram MDMA, 16,21 gram amfetamine en 598,92 Ketamine zijn aangetroffen.”

Noodzakelijk en evenredigheid

De bevoegdheid tot sluiting staat in de zaak niet ter discussie, wel of de sluiting noodzakelijk en evenredig was. De voorzieningenrechter oordeelt dat de sluiting noch noodzakelijk noch evenredig is. 

Te beginnen met de noodzakelijkheid is de voorzieningenrechter helder:

Van belang is verder dat verweerder direct na de vondst van de drugs kennelijk niet de noodzaak aanwezig achtte om over te gaan tot sluiting van de woning. Na de doorzoeking door de politie op 17 december 2020 is verweerder pas overgegaan tot sluiting van de woning bij besluit van 22 april 2021. Inmiddels is een periode van ruim vijf maanden verstreken sinds het aantreffen van de drugs in de woning, hetgeen zich naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet goed verhoudt tot een noodzaak om de normale woonsituatie en de openbare orde te herstellen. Het lijkt erop dat dat herstel na de vondst van de drugs al is ingezet, ook zonder dat de woning is gesloten.

13. Daarbij komt dat, afgezien van de MMA-melding die aanleiding gaf om de woning te doorzoeken, geen meldingen van overlast zijn gedaan rondom de woning. Ook heeft verweerder ter zitting verklaard dat er geen meldingen zijn geweest van drugshandel in de buurt van de woning in het verleden. Tot 1 april 2021 heeft de echtgenoot van verzoekster in voorarrest gezeten, ook daarna zijn er geen meldingen van overlast rondom de woning bij verweerder bekend. Op basis van deze informatie – de afwezigheid van een loop naar de woning, de afwezigheid van overlast rondom de woning en het tijdsverloop sinds de drugs in de woning is aangetroffen – vraagt de voorzieningenrechter zich af of er thans nog sprake is van een noodzaak om de woning te sluiten.”

Ondanks dat er een hoeveelheid drugs is aangetroffen in de woning, is er verder geen loop geweest noch is er op enig andere manier overlast geweest rond de woning. Er is dan ook geen noodzaak om de woning te sluiten. 

Dan de vraag of de sluiting evenredig was. Het betreft in deze een gezin met jonge kinderen en de Burgemeester heeft te weinig gedaan om te onderzoeken of en waar het gezin na de sluiting terecht zou kunnen. De sluiting is dan ook niet evenredig. 

Nu de sluiting noch noodzakelijk noch evenredig is, wordt het verzoek tot schorsing van het besluit toegewezen. 

Conclusie staatsraden advocaten-generaal

Op 7 juli 2021 hebben staatsraden advocaat-generaal Wattel en Widdershoven  geconcludeerd in een zaak over een artikel 13b Opiumwet zaak.

Zij stellen daarin een nieuw beoordelingskader voor ten aanzien van dergelijke besluiten gebaseerd op het EU-recht. Dit zou betekenen dat bij een dergelijk besluit beoordeeld moet worden of een maatregel 1) geschikt is om een bepaald doel te bereiken, 2) noodzakelijk is om een bepaald doel te bereiken en 3) evenredig in stricto sensu is om een bepaald doel te bereiken, waarbij de gevolgen van de sluiting moeten worden meegewogen. Verder stellen zij een gedifferentieerd toetsingsbeleid voor waarbij de toetsingsintensiteit de evenredigheid van een bestuurlijke maatregel zou moeten afhangen van het gewicht van de algemene en particuliere belangen die bij zo’n maatregel een rol spelen en van de vraag in hoeverre de maatregel de grondrechten aantast.

Dit zou voor dergelijke zaken fijne gevolgen hebben. Het zou de rechter immers meer handvatten geven om dergelijke zaken te beoordelen. Verder vraagt dit van een Burgemeester beter onderzoek en meer maatwerk. Waar tot op heden een woning bijna standaard wordt dichtgegooid als er een handelshoeveelheid harddrugs worden gevonden, zou er veel beter gekeken moeten worden of dat wel nodig is. 

Conclusie

De ontwikkelingen omtrent woningsluitingen gaan razendsnel. Mocht u een aankondiging tot sluiting ontvangen, dan is het zaak zo snel mogelijk juridische rechtsbijstand te zoeken. 

Mocht uw woning op grond van artikel 13b Opiuwet gesloten worden, schroom dan niet om contact op te nemen. Bij ons op kantoor is Michiel Schimmel de advocaat die dergelijke zaken behandelt. Hij is een ervaren advocaat uit Bussum met een landelijke praktijk. U kunt hem bereiken via 035 69 44 8 33 of via michiel@hameradvocaten.nl

Help! Mijn man is hennepkweker
Wanneer mag je erop vertrouwen dat een zaak geseponeerd is?