Skip to content

Een blog over het geven van toestemming bij een doorzoeking

Mag ik in je je auto kijken?

Deze vraag wordt vaker gesteld dan men denkt. De politie stopt regelmatig een auto in het kader van een zogenaamde “dynamische verkeerscontrole”. Een dergelijke controle dient als doel het uitoefenen van de controlebevoegdheden op basis van de verkeerswetgeving te hebben, maar er is geen enkel bezwaar volgens de Hoge Raad als een tweede doel het uitvoeren van opsporing is (aldus de Hoge Raad in 2016 in dit arrest)

Bij zo’n dynamische verkeerscontrole wordt vaak de vraag gesteld of de agenten even in de auto/achterbak mogen kijken. Er is geen enkele strafrechtelijke bevoegdheid op basis waarvan verbalisanten een dergelijke auto zonder toestemming op zo’n moment mogen doorzoeken. Desalniettemin geven veel mensen op zo’n moment toestemming aan agenten voor een doorzoeking. De redenen hiervoor kunnen talrijk zijn, variërend van respect tot de politie tot het niet willen wekken van argwaan. Als er dan verboden goederen worden gevonden na een doorzoeking met toestemming, kan dit wel een strafrechtelijke vervolging opleveren.

De vraag is echter wanneer er sprake is van een rechtsgeldige toestemming? Daar gaat deze blog over.

Casus

De casus is als volgt. Twee agenten zien een Opel Astra rijden bij Tilburg. Ze stoppen de auto en vragen om een geldig rij- en kentekenbewijs. Zij geven deze gegevens door via de portofoon en horen dat de bestuurder in 2013 is aangehouden wegens wapenbezit. Vervolgens vragen ze “Heb je nu strafbare zaken bij je? Denk aan wapens”. Ze horen de bestuurder zeggen “Nee, dat is echter verleden tijd. Kijk maar in mijn auto”. De agenten laten zich dit niet twee keer vertellen en doorzoeken de auto. Ze vinden vervolgens een verborgen ruimte met daarin een vuurwapen.

Procedure rechtbank en gerechtshof

De bestuurder wordt vervolgd vervolgens bij de rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden. In hoger beroep voert de verdediging aan dat de doorzoeking onrechtmatig is geweest. Aangevoerd wordt dat de verdachte slechts toestemming heeft gekeken om in de auto te kijken, niet om die te doorzoeken. Het Gerechtshof gaat hier niet in mee en veroordeelt de bestuurder wederom tot een gevangenisstraf van 6 maanden. De bestuurder gaat vervolgens naar de Hoge Raad.

De advocaat-generaal en de Hoge Raad

De AG stelt dat niet aan de bestuurder is medegedeeld dat hij zijn toestemming kan weigeren. Hierom zou volgens de AG de toestemming niet rechtsgeldig gegeven zijn. Tot cassatie leidt dit echter niet volgens de AG, nu dit volgens de bestuurder een schending van artikel 8 EVRM oplevert (het recht op een persoonlijke levenssfeer) en schending van dit recht in principe niet tot bewijsuitsluiting kan leiden.

De Hoge Raad ziet de zaken net iets anders maar komt (spoileralert) tot dezelfde conclusie. Desalniettemin geeft de hoge raad behoorlijk wat handvaten wanneer een toestemming al dan niet terecht is gegeven.

De Hoge Raad begint door te stellen dat het politieagenten is toegestaan om handelingen die de persoonlijke levenssfeer kunnen aantasten te verrichten op grond van verleende toestemming. Als die toestemming verleend is, dan hoeft niet voldaan te worden aan de eisen die de wet aan een dergelijke handeling stelt.

Wel zijn er eisen aan toestemming die gegeven wordt, deze eisen luiden als volgt (aldus de Hoge Raad):

“Deze toestemming moet vrijwillig en ondubbelzinnig worden verleend door de betrokkene, die voldoende geïnformeerd moet zijn. Daarbij moet voor de betrokkene duidelijk zijn voor welke onderzoekshandeling toestemming wordt verleend. Dat sprake is van toestemming kan blijken uit de verklaringen en/of de gedragingen van de betrokkene. Als zich feiten en omstandigheden voordoen die met zich brengen dat de betrokken burger niet in vrijheid zijn wil heeft kunnen bepalen over het verlenen van de toestemming, is van vrijwillige medewerking geen sprake.
Het staat de betrokkene vrij om de verleende toestemming in te trekken, ook nadat een aanvang is gemaakt met het onderzoek waarvoor toestemming is gegeven. Vanaf het moment van die intrekking moet de betreffende onderzoekshandeling worden gestaakt, tenzij dat onderzoek op een andere grondslag kan worden voortgezet.”

De Hoge Raad gaat verder en stelt dat niet vereist is dat men op de mogelijkheid wordt gewezen dat er ook geweigerd kan worden. Wel dienen er strengere eisen gesteld te worden aan de totstandkoming van de toestemming naarmate de intensiteit van de inmenging in de persoonlijke levenssfeer. Zo is de doorzoeking van een woning doorgaans ingrijpender dan de doorzoeking van een auto. Verder moet de verbalisant duidelijk maken op welke manier door iemand toestemming is verleend tot het verrichten van een bepaalde handeling.

De politie had in deze zaak, zowel in haar processen-verbaal als bij de rechter-commissaris, duidelijk gemaakt hoe de toestemming verleend is. Daarnaast had de politie toestemming gevraagd voor het doorzoeken van de auto. Het arrest van het gerechtshof blijft dan ook in stand.

Conclusie en advies

Zoals uit het hierboven geschrevene blijkt, de politie mag voor veel toestemming vragen. Is die toestemming eenmaal verleend, dan kan de politie doen en laten wat zij wil, tot die toestemming weer wordt ingetrokken. Het belangrijkste advies luidt dan ook: geef geen toestemming als je dat niet wil. Het is aan de verbalisanten om alsdan op een correcte manier toestemming te halen, als dat al mogelijk is. Vervolgens dient dit ook correct te worden gedocumenteerd.

Wordt u verdacht van een strafbaar feit, dan kunt u altijd contact met ons opnemen via michiel@hameradvocaten.nl of 035 69 44 8 33. Bij ons op kantoor behandelt Michiel Schimmel de strafzaken.

Wij zijn een advocatenkantoor gevestigd in Bussum (Gemeente Gooise Meren), maar houden praktijk door heel Nederland.