Afgelopen week heeft de Hoge Raad een arrest gewezen over lokaalvredebreuk. Van lokaalvredebreuk is sprake als een opgelegd lokaalverbod wordt overtreden. Denk hierbij aan het welbekende winkelverbod. Als de persoon in kwestie de winkel binnen de termijn van het winkelverbod de supermarkt betreedt, is er sprake van lokaalvredebreuk. In dit arrest ging het niet om een supermarkt, maar om een politiebureau. Aangezien het hier om een vrij toegankelijke publieke plek gaat, werd door de verdediging aangevoerd dat de oplegging van het lokaalverbod onrechtmatig is. Maar wanneer is een lokaalverbod onrechtmatig opgelegd?
Winkeldieven en lokaalverboden
Misschien wel het meest bekende voorbeeld van een lokaalverbod is het winkelverbod. Vaak gaat het dan om diefstal van enkele, of vele, boodschappen. Een supermarkt kan naar aanleiding van winkeldiefstal niet alleen aangifte doen, maar ook een winkelverbod opleggen. Wanneer de dief de winkel weer wil betreden, kan de supermarkt door dit winkelverbod hem de toegang weigeren. Er is dan namelijk sprake van het overtreden van een lokaalverbod; ofwel lokaalvredebreuk. Bij lokaalvredebreuk in de zin van artikel 138 lid 1 Sr ligt de nadruk op het ‘wederrechtelijk binnendringen’ van een plaats tegen de wil van de rechthebbende. Echter, volgens de Hoge Raad kunnen bijzondere omstandigheden tot het oordeel leiden dat er geen sprake is van lokaalvredebreuk. Het is immers mogelijk dat het lokaalverbod onrechtmatig is. Maar wanneer is hier sprake van?
Overeenkomstig een eerder arrest van de Hoge Raad wordt de vraag of een lokaalverbod onrechtmatig is opgelegd beheerst door het burgerlijk recht. Het gaat hier immers om het schenden van het eigendoms- of gebruiksrecht van de rechthebbende van het lokaal, in dit geval het politiebureau. Volgens de Hoge Raad is een uit het eigendomsrecht voortvloeiend gebruiksrecht op grond van artikel 5:1 lid 2 BW in beginsel exclusief. Dit betekent dat de eigenaar van bijvoorbeeld een winkel het recht heeft om zelf te bepalen wie wel en wie niet in zijn zaak mogen zijn.
Echter, dit exclusieve recht wordt beperkt door de rechten van anderen, evenals de wettelijke voorschriften en regels van ongeschreven- en publiekrecht, zoals bepaald in artikel 3:14 BW. Hieronder vallen ook de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. De beperking van dit exclusieve eigendoms- of gebruiksrecht is, zoals heel veel dingen in het recht, afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Wel merkt de Hoge Raad hier op dat het in ieder geval niet vereist is dat het lokaalverbod wordt gebaseerd op een geconstateerd strafbaar feit. Ook voldoende ernstige vormen van overlast kunnen hiervoor grond geven. Daarnaast mag het lokaalverbod niet in strijd zijn met het discriminatieverbod of het verbod van willekeur als het gaat om een voor het publiek toegankelijke ruimte van een openbare dienst, zoals een politiebureau.
Verboden toegang op het politiebureau
In een recent arrest van de Hoge Raad worden deze vereisten voor wederrechtelijk binnendringen herhaald. In deze zaak werd aan verdachte een lokaalverbod opgelegd voor een politiebureau. Verdachte had zich een aantal keer niet fatsoenlijk gedragen tegen de politiemedewerkers op dit bureau. Bovendien was dit niet de eerste keer dat verdachte overlast veroorzaakte op dit politiebureau. Een jaar daarvoor was dit hetzelfde geval en vertoonde verdachte ook grensoverschrijdend gedrag richting de politiemedewerkers.
Door de oplegging van dit lokaalverbod kon verdachte slechts telefonisch of via het internet de lokale politie bereiken. De verdediging stelde zich op het standpunt dat de belangen van de verdachte dienen te worden afgewogen tegen het belang van het lokaalverbod. Oplegging van het lokaalverbod zou verdachte zijn recht inperken om te allen tijde aangifte te mogen doen. Toch gaat de Hoge Raad hier niet in mee.
De Hoge Raad stelt namelijk dat het lokaalverbod is opgelegd vanwege het feit dat verdachte zich diverse keren onfatsoenlijk heeft gedragen in het politiebureau en dat dit bovendien niet de eerste keer was. Hierdoor was er sprake van een voldoende ernstige vorm van overlast waardoor het lokaalverbod niet onrechtmatig is opgelegd. Hieruit blijkt dat het opleggen van een lokaalverbod voor een politiebureau niet onrechtmatig hoeft te zijn, ondanks dat dit een voor een openbare dienst bestemd lokaal betreft.
Conclusie
Het opleggen van lokaalverboden komt vaak voor. Hoewel de winkelverboden misschien niks nieuws zijn, laat dit arrest zien dat zelfs de toegang tot het politiebureau kan worden geweigerd als er een voldoende ernstige vorm van overlast is. Blijf dus altijd netjes, ook op het politiebureau!
Op ons kantoor hebben Michiel Schimmel en Thyrsa Buskop veel ervaring met allerlei soorten strafzaken. U kan gerust en geheel vrijblijvend contact met hen opnemen via 035 69 44 8 33.
