Skip to content

Het burgerarrest, wat kan wel en wat mag niet

Afgelopen maand is er een arrest verschenen van de Hoge Raad over het “burgerarrest” (of de burgeraanhouding). In het arrest, en vooral de conclusie die hoort bij het arrest, wordt goed uiteengezet wat een burger wel en niet mag doen als die een verdachte aanhoudt. In deze blog leg ik kort uit in begrijpelijk Nederlands wat een burger wel en wat een burger niet mag doen volgens
de Hoge Raad. Het arrest vindt u overigens hier en de conclusie van de advocaat-generaal vindt u hier.

Casus

Wat is er aan de hand? Op 14 september 2015 ziet een man een paar jongens staan bij zijn auto, waaronder de latere aangever. Hij dacht dat ze aan zijn auto hadden gezeten waardoor er mogelijk schade was ontstaan. Hij hoorde immers een geluid bij zijn deur en toen hij aan kwam lopen, rende een aantal jongens weg. De man mocht dan ook aannemen dat er een redelijke vermoeden van schuld was dat de jongen betrokken was bij een strafbaar feit.

Hij pakte de jongen vervolgens bij zijn kraag en trok hem de woning in. Dit deed hij omdat hij de identiteit van de jongen wilde achterhalen en de politie wilde bellen. De jongen had hierdoor echter behoorlijk wat pijn en de politie zag ook rode striemen in zijn nek. De man wordt dan ook vervolgd voor een mishandeling van de aangever.

Artikel 53 van het Wetboek van Strafvordering

De vraag is of de man de man de jongen mocht aanhouden en of hij niet te ver was gegaan bij de aanhouding van de jongen. Het relevante wetsartikel luidt als volgt:

1 In geval van ontdekking op heterdaad van een strafbaar feit is een ieder bevoegd de verdachte aan te houden.

2 De opsporingsambtenaar die een verdachte bij ontdekking op heterdaad aanhoudt, brengt deze ten spoedigste over naar de plaats voor verhoor ter voorgeleiding aan de hulpofficier van justitie of de officier van justitie.

3 Geschiedt de aanhouding door een ander dan een opsporingsambtenaar, dan levert deze de aangehoudene onverwijld aan een opsporingsambtenaar over, onder afgifte aan deze van bij de verdachte aangetroffen voorwerpen. De opsporingsambtenaar handelt overeenkomstig de bepaling van het tweede lid en maakt zo nodig een kennisgeving van inbeslagneming op.

4 Bij de voorgeleiding van de verdachte aan de hulpofficier van justitie of de officier van justitie beoordeelt deze de noodzaak van verdere vrijheidsbeneming op grond van artikel 56a.

Iedereen, dus ook een burger, mag een ander aanhouden bij ontdekking van een strafbaar feit. Dit is ook niet heel gek en gebeurt vaak. Een winkeldief in de supermarkt wordt bijvoorbeeld ook doorgaans aangehouden door het personeel van de supermarkt.  Daarbij mogen handelingen worden verricht die in de gegeven omstandigheden noodzakelijk zijn om de verdachte onder controle te krijgen, waar nodig met gepaste dwang of geweld, dit zodat een verdachte aan een politieagent over te kunnen dragen. Het handelen van de burger dient te voldoen aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit, inhoudende dat de manier waarop de aanhouding plaatsvindt in verhouding moet staan met het beoogde doel – te weten dat de verdachte niet vandoor gaat – en dat er geen lichtere alternatieve voorhanden waren om het beoogde doel te bereiken.

Oordeel gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vindt dat de man te ver is gegaan bij de aanhouding. Zij veroordelen hem tot een voorwaardelijke geldboete van € 500 en merken daarbij het volgende op:

“Verdachte heeft aangever daarbij met zodanige kracht bij de kraag van zijn jas gepakt en hem zijn woning binnen getrokken, dat dit tot pijn en forse rode striemen in de nek van aangever leidde. Naar het oordeel van het hof is dit handelen niet proportioneel gelet op de grond voor de aanhouding (mogelijk schade aan het portier van de auto) terwijl aangever nauwelijks tegenstribbelde en geen agressief gedrag vertoonde. Verdachte had daarnaast kunnen kiezen voor een minder ingrijpend alternatief om te voorkomen dat aangever er vandoor zou gaan, zoals het bij de arm pakken. Aldus voldoet het handelen van de verdachte ook niet aan de eisen van subsidiariteit.

Aldus is er geen sprake van een rechtmatige aanhouding en is de wederrechtelijkheid van de handelwijze van verdachte daarmee gegeven.”

Cassatie

De man is het niet eens met zijn veroordeling en stapt naar de Hoge Raad. De advocaat-generaal neemt daar een lezenswaardige conclusie waarin hij stap-voor-stap de jurisprudentie van de Hoge Raad uiteenzet. Hij concludeert samengevat als volgt.

Het beoordelingskader van de Hoge Raad luidt als volgt:

“Op grond van art. 53 Sv is het een burger toegestaan om tot aanhouding over te gaan, mits sprake is van een geval van ontdekking op heterdaad en de aanhouding tot doel heeft de verdachte onverwijld over te dragen aan een opsporingsambtenaar. In het geval van een dergelijke ‘burgeraanhouding’ mogen die handelingen worden verricht die in de gegeven omstandigheden noodzakelijk zijn om de verdachte onder controle te krijgen, waar nodig met gepaste dwang of geweld, teneinde hem (onverwijld) te kunnen overdragen aan een opsporingsambtenaar. De vraag welke handelingen in het geval van een dergelijke ‘burgeraanhouding’ mogen worden verricht teneinde de verdachte onder controle te krijgen en hem te kunnen overdragen aan een opsporingsambtenaar dient te worden beantwoord aan de hand van de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Van de ene persoon mag in dit verband op grond van zijn hoedanigheid of bijzondere vaardigheden meer worden gevergd op het vlak van de proportionaliteit dan van een ander, waarbij de proportionaliteitseis ertoe strekt te beoordelen of het optreden niet in onredelijke verhouding staat tot het te bereiken doel.”

Het Gerechtshof heeft het juist beoordelingskader gevolgd volgens de advocaat-generaal. De man voert aan dat het Gerechtshof te streng is geweest, maar daar is de advocaat-generaal het niet mee eens. De advocaat-generaal licht dat als volgt toe:

“Deze stelling berust naar mijn mening op een onjuiste lezing van het bestreden arrest. Door het hof is immers overwogen dat het handelen van de verdachte niet proportioneel is geweest omdat (i) het handelen niet in verhouding stond met hetgeen waarvoor de verdachte de aangever heeft aangehouden (kort gezegd: mogelijke vernieling) en (ii) terwijl door de aangever tijdens de aanhouding nauwelijks is tegengestribbeld en geen agressief gedrag is vertoond. Hieruit komt mijns inziens geenszins naar voren dat het enkele veroorzaken van pijn en striemen in de nek al zouden hebben geleid tot de wederrechtelijkheid van de aanhouding. Daar komt bij dat de steller van het middel lijkt uit te gaan van een ander feitenrelaas dan het hof: namelijk een heftig tegenstribbelende verdachte en een verdachte die door de aangever zou zijn aangehouden vanwege een vermeende auto-inbraak. Maar dat is niet de startpositie van het hof. Het middel miskent dat en mist in zoverre feitelijke grondslag.”

Al met al was er weliswaar sprake van een situatie waarin de man de aangever mocht aanhouden, maar is de man daarbij veel te ver gegaan. Hij had de man gewoon bij zijn arm kunnen pakken, in plaats van bij de kraag, aldus het gerechtshof en de advocaat-generaal.

De Hoge Raad kan zich hier ogenschijnlijk in vinden en doet de zaak af door te stellen dat het niet nodig is om de zaak te behandelen omdat het niet nodig is om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht.

Conclusie

Het is eenieder nog steeds toegestaan om een verdachte op heterdaad aan te houden. Daarbij mag zelfs geweld worden gebruikt. Dat geweld moet wel voldoen aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Je mag niet verder gaan dan nodig en het moet in verhouding staan met hetgeen waarvoor de verdachte wordt aangehouden. Als je te ver gaat bij de aanhouding, bestaat de kans dat je zelf vervolgd zult worden voor bijvoorbeeld mishandeling.

Mocht u nu verdacht worden van een strafbaar feit, schroom dan niet om contact op te nemen. De bijstand van een gespecialiseerd advocaat kan u vaak helpen.

Hamer Advocaten is een advocatenkantoor gevestigd in Bussum (Het Gooi). Wij zijn dagelijks bereikbaar via 035 69 44 8 33 of via info@hameradvocaten.nl.