Skip to content

Niet ieder dreigement is een bedreiging

Niet alles is wat het lijkt. In de arresten van de Hoge Raad van de afgelopen tijd, zat recent een leerzame en opvallende die tot op heden weinig aandacht heeft gekregen. Hij draait om de vraag wanneer een an sich bedreigeinde opmerking toch geen strafrechtelijke bedreiging is. Hierover was al veel geschreven, en was ook al veel jurisprudentie. In dit geval ging het echter om een echtscheiding waarin de man de vrouw zou hebben bedreigd. In dat kader is ook dit weer een leerzaam arrest. Het arrest waar dit blogje over gaat, vind je hier.

Wat is er aan de hand?

Een stel is al tijden verwikkeld in een lastige echtscheiding. Een van de (ex)echtgenoten doet op een gegeven moment aangifte bij de politie van onder andere bedreiging. Zij overhandigt de politie een aantal mailtjes en voicemailberichten waar onder andere het volgende op is te horen (of valt te lezen):

Wat een teringwijf ben je. sorry moest ik even kwijt. Narcist zoek het uit”

en

“Hey fuck off met je fijne dag. Hier [verdachte] . Of je gaat normaal doen of het hek is van de dam. Jij mag kiezen, jij bepaalt. Narcistisch kutwijf dat je er bent. Tot hier en niet verder.”

Duidelijk is dan ook dat de situatie tussen beiden niet heel fijn is. Uit de vele berichten blijkt dat de ex-man op een gegeven moment (om 20:30 uur in de avond) het volgende stuurt:

“ik laat geen spaan van je heel”

En via de voicemail

“ik maak gehakt van je”

De man wordt vervolgens onder andere vervolgd voor onder andere bedreiging en wordt door de politierechter veroordeeld tot een taakstraf van 150 uur. In hoger beroep wordt de man veroordeeld tot een taakstraf van 150 uur en een gevangenisstraf van 3 maanden voorwaardelijk. Het arrest van het gerechtshof vind je hier.

Hij laat het er niet bij zitten en gaat in cassatie bij de Hoge Raad

Bedreiging

Bedreiging is strafbaar gesteld in artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht. Het artikel luidt als volgt:

“Bedreiging met openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen of goederen, met geweld tegen een internationaal beschermd persoon of diens beschermde goederen, met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat, met verkrachting, met feitelijke aanranding van de eerbaarheid, met enig misdrijf tegen het leven gericht, met gijzeling, met zware mishandeling of met brandstichting, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie.”

Voor een veroordeling ter zake van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht dan wel met zware mishandeling is vereist dat door de bedreiging, gelet op de aard daarvan en de omstandigheden waaronder deze heeft plaatsgevonden, bij de betrokkene in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat deze het leven zou kunnen verliezen, respectievelijk zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen. Niet is vereist dat de bedreiging in het concrete geval op de bedreigde een zodanige indruk heeft gemaakt dat er werkelijk vrees is opgewekt. Voldoende is dat de bedreiging in het algemeen een dergelijke vrees kan opwekken.

Conclusie advocaat-generaal

De vraag is of de uitingen “ik laat geen spaan van je heel” en “ik maak gehakt van je” voldoende zijn om de vrees te doen ontstaan dat je het leven zal verliezen of zwaar lichamelijk letsel op kan lopen. De advocaat-generaal, een adviseur van de hoge raad, stelt in zijn conclusie dat deze woorden naar inhoud wel degelijk een bedreiging op kunnen leveren.

De advocaat van de verdachte stelt echter dat, gezien de omstandigheden waaronder deze bedreigingen hebben plaatsgevonden (een complexe echtscheiding met hoge emoties) er objectief gezien geen sprake is van een reële bedreiging, maar dat er hier sprake is van spel, scherts of beeldspraak. De advocaat-generaal merkt hierover het volgende op:

“Het komt mij voor dat in de dagelijkse handel en wandel een dergelijk overdrachtelijk gebruik van deze termen – ik maak gehakt van je, ik laat geen spaan van je heel – niet ongebruikelijk is, bijvoorbeeld om aan te geven dat men voornemens een ander in sport of spel een nederlaag te bezorgen.”

Als de advocaat-generaal de uitingen beschouwt in alle mailwisselingen (een overzicht valt te lezen in de conclusie), dan is volgens hem duidelijk dat niet begrijpelijk is waarom deze uitingen de vrees kunnen doen ontstaan dat aangeefster het leven zou verliezen. De advocaat-generaal is het dan ook eens met de advocaat van de verdachte. Volgens hem slaagt het middel (het verweer) van de verdachte dan ook.

De Hoge Raad

De Hoge Raad is het volledig eens met de advocaat-generaal. Ook de Hoge Raad oordeelt (in lastig Nederlands):

2.3 In het bestreden arrest ligt als oordeel van het hof besloten dat door deze gedragingen van de verdachte bij [aangeefster] in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat zij door toedoen van de verdachte het leven zou verliezen.

2.4 Dit oordeel is niet toereikend gemotiveerd, nu uit de gebruikte bewijsmiddelen niet zonder meer kan worden afgeleid dat de bewezenverklaarde uitlatingen van de verdachte in de gegeven omstandigheden – die erop neerkomen dat de verdachte en [aangeefster] als voormalig echtgenoten in een langlopende discussie waren verwikkeld over onder meer hun kinderen, waarbij de verdachte bij herhaling zijn voornemen uitsprak gerechtelijke procedures in gang te zetten – van dien aard waren dat bij [aangeefster] in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat zij door toedoen van de verdachte het leven zou verliezen.”

Samengevat oordeelt de Hoge Raad dat uitingen als “ik maak gehakt van je” of “ik laat geen spaan van je heel” in dergelijke omstandigheden niet de vrees kunnen doen ontstaan dat de (ex)man daadwerkelijk voornemens is om de (ex)vrouw te doden. De Hoge Raad wijst de zaak terug naar het gerechtshof opdat het gerechtshof opnieuw een oordeelt velt over de zaak.

Conclusie

Soms kan iets wat heel eenvoudig lijkt, best lastig zijn. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de vraag wanneer een dreigement een bedreiging is. In deze zaak ging het dan om een ruzie tussen echtgenoten. Wij hebben echter vaker voor dit vuur gestaan en daarbij ook gelijk gekregen, bijvoorbeeld in deze zaak, waarin een aangehouden verdachte de politie zou hebben bedreigd terwijl zij vastzat in haar cel. Ook in deze zaak oordeelde de rechtbank dat in die omstandigheden er geen reële vrees was dat de agenten hun leven zouden verliezen.

Mocht u nu zelf verdachte zijn in een strafzaak, schroom dan niet om contact met ons op te nemen. Michiel Schimmel heeft veel ervaring met de bijstand van zowel verdachten als slachtoffers van strafbare feiten in iedere fase van het strafproces.

Je kan gerust en geheel vrijblijvend contact met hem opnemen via michiel@hameradvocaten.nl of via 035 69 44 8 33.

Mocht je willen weten of je in aanmerking komt voor pro deo rechtsbijstand, kijk dan hier of bel gewoon een.

Wij zijn gevestigd in Bussum (gemeente Gooise Meren) maar komen bij alle rechtbanken in het land. Verder hebben wij er geen probleem mee om via ZOOM af te spreken als dit beter uitkomt.