Afgelopen week is er een razend interessant arrest verschenen over strafbeschikkingen. Een strafbeschikking is, samengevat, een beslissing van de officier van justitie om een straf op te leggen buiten de rechter om. Als je het niet eens bent met een strafbeschikking, dan dien je daar binnen 14 dagen verzet tegen in te stellen. De regel was altijd dat als je de strafbeschikking betaald, je niet meer in verzet kon. Een recent arrest bracht daar een nuance op aan.
Strafbeschikking
De strafbeschikking is vaak in het nieuws geweest, en zelden positief. Zo werd er op festivals vaak een strafbeschikking opgelegd voor drugsgebruik en betaalde mensen die gelijk, waardoor ze niet besefte dat ze een strafblad hadden (zie bijvoorbeeld https://www.parool.nl/nieuws/opstelten-beboete-lowlandsgangers-wisten-niets-van-strafblad~bec830bc/). Ook toont de strafbeschikking zelf vaak gebreken in de omschrijving en tenuitvoerlegging (https://www.hogeraad.nl/actueel/nieuwsoverzicht/2022/november/nieuw-toezichtrapport-strafbeschikking/). Het is immers natuurlijk ook een beetje een vreemd figuur dat de officier van justitie bij strafbeschikkingen kan optreden als judge, jury and executioner.
Betaling
Daar gaat deze blog echter niet over. In de zaak die afgelopen week voorlag bij de Hoge Raad was wat geks aan de hand. Zoals ik al schreef, in artikel 2573 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering is bepaald dat je niet meer in “verzet” kan tegen een strafbeschikking als je daarvan vrijwillig afstand doet. De regel was altijd dat je vrijwillig afstand doet door de strafbeschikking te betalen, ongeacht of je je besefte dat je hierdoor vrijwillig afstand deed van je recht tot verzet.
In de onderhavige zaak was wat geks aan de hand. Een verdachte had een strafbeschikking gekregen van € 95 voor zwartrijden. De verdachte stond onder bewind en de bewindvoerder had de strafbeschikking betaald, niet de verdachte zelf. Waarschijnlijk was die gewoon met de post binnengekomen en wilde de bewindvoerder geen gedoe.
De advocaat van de verdachte werd hierover op zitting bevraagd en verklaarde “Ik weet niet of, hoe en wanneer cliënt de strafbeschikking heeft betaald. Ik denk ook niet dat dat zo belangrijk is. Het verzet is niet meer mogelijk als er vrijwillig is voldaan aan de inhoud van de strafbeschikking. Cliënt staat onder bewind. Bij mijn weten al sinds 15 jaar. De post komt bij de bewindvoerder binnen en de bewindvoerder betaalt ook de strafbeschikkingen. Daar heeft cliënt niets over te zeggen. Dat is dus geen vrijwillige voldoening aan de inhoud van de strafbeschikking. Toen hij kennis kreeg van de strafbeschikking heeft hij verzet ingesteld. Ik ben dus van mening dat het verzet ontvankelijk is.”
Het gerechtshof ging hier niet in mee, oordeelde dat door betaling afstand was gedaan van het verzet en verklaarde de verdachte niet ontvankelijk. Immers was volgens het Gerechtshof betaald en was de zaak daarmee klaar. De verdachte was kennelijk akkoord met de strafbeschikking.
De Hoge Raad maakt dan ook korte metten met het arrest en oordeelt:
“In artikel 257e lid 1, derde volzin, Sv is bepaald dat verzet niet kan worden gedaan als de verdachte afstand heeft gedaan van de bevoegdheid daartoe door vrijwillig aan de strafbeschikking te voldoen. Volgens de onder 2.3.2 weergegeven wetsgeschiedenis mag uit de omstandigheid dat aan de strafbeschikking wordt voldaan, in het algemeen worden afgeleid dat de verdachte vrijwillig aan de strafbeschikking heeft voldaan. Als echter door of namens de verdachte gemotiveerd wordt aangevoerd dat in de concrete omstandigheden van het geval het voldoen aan de strafbeschikking niet vrijwillig was, moet de rechter onderzoeken of sprake was van vrijwilligheid en moet hij van dat onderzoek blijk geven in de uitspraak.
Het hof heeft – onder verwijzing naar het standpunt van de advocaat-generaal in hoger beroep – het tegen de strafbeschikking gedane verzet niet-ontvankelijk verklaard. Die beslissing berust op het kennelijke oordeel van het hof dat de verdachte met de betaling van het sanctiebedrag vrijwillig aan de strafbeschikking heeft voldaan. Het hof heeft dat oordeel echter ontoereikend gemotiveerd, nu namens de verdachte gemotiveerd is aangevoerd dat vanwege zijn onderbewindstelling geen sprake was van vrijwillige voldoening door de verdachte aan de strafbeschikking, en het hof geen blijk heeft gegeven van het onder 2.4 bedoelde onderzoek.”
Conclusie
Al met al is de wereld nog niet zo zwart-wit als men denkt. In dit geval was de strafbeschikking weliswaar betaald, maar was dat niet door de verdachte zelf gebeurd. Het gerechtshof had dan ook niet mogen oordelen dat vrijwillig afstand was gedaan van het recht tot verzet.
Indien u nu ook een strafbeschikking ontvangt is het dikwijls verstandig een advocaat te raadplegen. Doe dit wel tijdig, want na 14 dagen bent u waarschijnlijk te laat. Op ons kantoor hebben Michiel Schimmel en Thyrsa Buskop veel ervaring met dit soort zaken.
U kan gerust en geheel vrijblijvend contact met hen opnemen via michiel@hameradvocaten.nl, thyrs@hameradvocaten.nl of via 035 69 44 8 33.
Mocht je willen weten of je in aanmerking komt voor pro deo rechtsbijstand, kijk dan hier. Wij zijn gevestigd in Bussum (gemeente Gooise Meren) maar komen bij alle rechtbanken in het land. Verder hebben wij er geen probleem mee om via ZOOM af te spreken als dit beter uitkomt.