Getuigen kunnen van groot belang zijn in een strafzaak, zij kunnen namelijk de feiten duidelijker schetsen omdat ze vaak bij het strafbare feit aanwezig waren. Omdat getuigen van groot belang zijn, zijn er verschillende waarborgen opgesteld dat niet enkel de politie en het Openbaar Ministerie hiervan gebruik kunnen maken, maar ook verdachten met hun advocaat. Afgelopen maand wees de Hoge Raad een belangrijk arrest over de vraag wanneer getuigen al dan niet afgewezen mogen worden.
Verschillende soorten getuigen
In het strafrecht bestaan er twee soorten getuigen, getuigen à charge en getuigen à decharge. Getuigen à charge zijn belastende getuigen voor de verdediging, dit zijn dus getuigen die verklaringen afleggen die tegen de verdachte gebruikt kunnen worden. Deze getuigen kunnen dus bijdragen aan de veroordeling van de verdachte. Aan de andere kant heb je getuigen à decharge, deze getuigen geven een ontlastende verklaring. Deze getuigen helpen de verdediging en zorgen ervoor dat verdachte niet veroordeelt kan worden.
Keskin arrest
In 2021 heeft het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) bepaald dat Nederlands recht het recht op eerlijk proces schendt wanneer er wordt verlangd van de verdediging dat zij een getuigen à charge alleen kunnen horen als dit goed wordt gemotiveerd. In het zogenoemde Keskin arrest (EHRM 19 januari 2021, no. 2205/16) stelt het EHRM dat Nederland de verdediging altijd de kans moet geven om belastende getuigen ook te horen als de verklaring als bewijsmiddel wordt gebruikt. Voorheen moest de verdediging uitleggen waarom het zo belangrijk was om deze getuigen ook te horen, als dit onvoldoende onderbouwd werd, kon de rechter dit verzoek afwijzen. Dan was er voor de verdediging geen mogelijkheid om een belastende getuigen ook te ondervragen. Het EHRM heeft dus geoordeeld dat dit een schending is van het recht op een eerlijk proces zoals deze in het artikel 6 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens is neergelegd. De verdediging moet altijd de mogelijkheid hebben om een belastende getuigen ook te horen volgens het EHRM.
Recente uitspraak Hoge Raad
In een recent arrest van de Hoge Raad is dit weer helemaal omgegooid. Je leest de zaak hier (ECLI:NL:HR:2025:1519, Hoge Raad, 24/00524). Wat het EHRM heeft besloten over de getuigen à charge is in dit arrest aan de kant gelegd. In de casus had de verdediging aan het eind van de zitting bij de rechtbank aangegeven dat indien de verdachte niet vrijgesproken zou worden, de verdediging nog vier getuigen zou willen horen. De Rechtbank en het Hof vonden dat dit te laat en daarnaast niet goed gemotiveerd was. De Hoge Raad is hierin meegegaan. De verdediging heeft nog niet eerder in het proces aangegeven dat zij de getuigen zou willen horen, ze kwamen hier pas mee aan het eind van de zitting bij de rechtbank. Het Hof stelt dat de raadsvrouw dit eerder had moeten aanvoeren, de raadsvrouw heeft kenbaar gemaakt dat er geen onderzoekswensen zijn, en dus geen verzoek om getuigen te horen voorafgaand aan de inhoudelijke zitting. Als het Hof nu aanvaard dat deze verzoeken toegelaten worden, is dit schadelijk voor de kwaliteit en de effectiviteit van de strafrechtspleging, aldus het Hof. Dit door de beperkte capaciteiten. Als tijdens een zitting wordt aangegeven dat er meer getuigen gehoord moeten worden, moet er namelijk een nieuwe zitting gepland worden waar iedereen weer bij aanwezig moet zijn.
Daarnaast was het verzoek niet voldoende gemotiveerd. De verdediging heeft enkel als motivering gegeven dat de leemtes in het dossier anders moeten worden geïnterpreteerd en dat het niet aan de verdediging is om bewijs te leveren. Het Hof heeft geoordeeld dat dit niet een goede motivatie is, motivatie zou moeten zien op nieuwe feiten en omstandigheden, nieuw inzicht door het procesverloop of aan de hand van ontwikkelingen tijdens het onderzoek ter zitting.
De Hoge Raad is hier dus in meegegaan een heeft vastgesteld dat een vraag om een getuigen à charge te horen vanuit de verdediging, goed gemotiveerd moet worden. De Hoge Raad volgt het oordeel van het Hof, dat er ondanks de afwijzing van dit verzoek sprake is geweest van een eerlijk proces.
Wat is nu het probleem?
Door deze recente uitspraak van de Hoge Raad keert de Hoge Raad zich ons inziens tegen de uitspraak van het EHRM. Door de nieuwe uitspraak van de Hoge Raad ligt het hele getuigen à charge systeem weer op zijn kop. Waar in 2021 duidelijk werd gemaakt dat een verzoek tot horen getuigen à charge door de verdediging niet onderbouwd hoeft te worden, is dit nu weer onduidelijk gemaakt door deze uitspraak. Omdat er geen rechte lijn getrokken wordt tussen deze instanties blijft er onduidelijkheid, dit is niet bevorderlijk voor het strafproces. Het maakt wel des te belangrijker om aan te geven waarom de verdediging een getuige wenst en, als dit later in het strafproces gebeurt, waarom dit pas dan verzocht wordt.
Conclusie
Door deze onduidelijkheid is het nog maar de vraag hoe het af gaat lopen met het oproepen van een getuigen à charge door de verdediging in strafzaken. Het toont ook aan hoe belangrijk een actieve verdediging is.
Op ons kantoor hebben Michiel Schimmel en Thyrsa Buskop veel ervaring met allerlei soorten strafzaken. U kan gerust en geheel vrijblijvend contact met hen opnemen via 035 69 44 8 33.
