Skip to content

Wanneer ben je een “levensgezel”?

In veel huiselijk geweld zaken komt de term “levensgezel” voor, de vraag is echter wie er onder dit begrip vallen.

Op 14 september 2021 heeft de Hoge Raad arrest gewezen in een mishandelingszaak. De verdachte zou zijn “levensgezel” meerdere malen, met zijn vuist, hebben geslagen op haar hoofd. De vraag is echter, zo stelt de steller van het middel, of hier wel sprake is van een “levensgezel”. In het arrest van het Gerechtshof houden de bewijsmiddelen niets anders over de aard en hechtheid van de betrekking tussen de verdachte en de aangeefster in dan dat de verdachte de aangeefster als zijn “vriendin” aanduidt en dat de aangeefster aangeeft dat zij weer een relatie met de verdachte is aangegaan. De vraag is of dit voldoende is om aan te nemen dat aangeefster een “levensgezel” is.

Advocaat-Generaal

Daarvoor moet natuurlijk eerst de vraag beantwoord worden wat een “levensgezel” überhaupt is. De advocaat-generaal (een adviseur van de Hoge Raad) zegt over het begrip levensgezel, gebaseerd op de wetsgeschiedenis en jurisprudentie van de Hoge Raad, het volgende:

“Met het begrip «levensgezel» wordt aangesloten bij de algemene aanwijzingen voor de regelgeving (AR 72a), waarin dit begrip is aangewezen voor twee meerderjarigen die, anders dan als elkaars echtgenoot, «met elkaar een nauwe persoonlijke betrekking onderhouden». Het begrip komt momenteel in ongeveer tien andere wetten voor – o.a. het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Faillissementswet en de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens –, vaak naast de begrippen echtgenoot en geregistreerde partner.

Bij de beoordeling of sprake is van een «levensgezel» zijn de volgende aspecten van belang:

– of sprake is van een gemeenschappelijke huishouding

– de duur van de gemeenschappelijke huishouding

– of er een relatie van affectieve aard is, en met name

– of betrokkenen kennelijk uitgaan van een nauwe lotsverbondenheid.

Doorslaggevend is in het begrip «levensgezel» evenwel, als gezegd, de nauwe persoonlijke betrekking van een zekere hechtheid. Het moet gaan om een relatie die qua hechtheid vergelijkbaar is met die tussen echtgenoten of geregistreerde partners. Deze is niet per se met het enkele feit van het samenwonen gegeven en vereist ook niet per se dat betrokkenen met elkaar samenwonen.”

Wet- en regelgeving

Waarom is dit van belang? Artikel 300 van het wetboek van strafrecht bepaalt dat een persoon die een andere persoon mishandeld dient te worden gestraft met een gevangenisstraf van drie jaren of een geldboete van de vierde categorie, €21.750,-.

In artikel 304 van het wetboek van strafrecht zijn de strafverzwarende omstandigheden vastgelegd. Eén van die strafverzwarende omstandigheden is wanneer het misdrijf is gericht tegen de levensgezel van de verdachte. In dat geval komt er een derde van de normaal op te leggen straf bovenop.  Om deze reden is het van belang wanneer het slachtoffer moet worden aangemerkt als de levensgezel van de verdachte.  Het volledige artikel luidt, voor zover relevant, als volgt:

De in de artikelen 300-303 bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd:

  • 1°.ten aanzien van de schuldige die het misdrijf begaat tegen zijn moeder, zijn vader tot wie hij in familierechtelijke betrekking staat, zijn echtgenoot, zijn levensgezel, zijn kind, een kind over wie hij het gezag uitoefent of een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin;

Voorbeelden uit de rechtspraak

Maar wanneer is iemand een levensgezel? Is dat al het geval bij een kalverliefde op de middelbare school, een relatie die verder niet formeel is of is dat slechts bij een relatie die op een huwelijk lijkt. Rechters in den lande oordelen hier verschillend over. 

In een arrest van het Gerechtshof Amsterdamheeft de rechter als volgt geoordeeld. Van een levensgezel is sprake indien de hechtheid van de relatie vergelijkbaar is aan die van echtgenoten of geregistreerd partners. In deze zaak ging het om twee personen die een LAT-relatie onderhielden waarbij zij beide een eigen woning hadden en er een afspraak was gemaakt dat de man niet bij de vrouw langs zou komen na 23:00 uur. Om deze reden heeft het Hof de verdachte vrijgesproken van de strafverzwarende omstandigheid. De relatie was niet te vergelijken met die van echtgenoten of geregistreerd partners.

In een andere arrest d.d. 29 oktober 2013 van de Hoge Raad heeft de rechter bepaald dat er onvoldoende bewijs en onderbouwing was om aan te nemen dat de relatie tussen de verdachte en het slachtoffer vergelijkbaar was aan die van echtgenoten of geregistreerd partners. In deze zaak woonde de verdachte en het slachtoffer samen. Verdachte wilde niet dat het slachtoffer op vakantie zou gaan met betrokkene en daarom heeft hij haar opgezocht op haar werk om verhaal te halen. Dit is uit de hand gelopen in de zin dat hij haar in het gezicht heeft gespuugd en geslagen. De rechter heeft bepaald dat alleen het feit dat zij samenwoonden onvoldoende is om als levensgezellen te worden gekwalificeerd. Om deze reden heeft de Hoge Raad de verdachte vrijgesproken van de strafverzwarende omstandigheid. De relatie was niet te vergelijken met die van echtgenoten of geregistreerd partners.

Tevens heeft de Hoge Raad in twee andere zaken geoordeeld dat er onvoldoende bewijs aanwezig was om de relatie tussen verdachte en slachtoffer te kunnen kwalificeren als levensgezel. Het gaat hier om een arrest van 9 oktober 2018 en een arrest van 5 maart 2019. In de zaak van 2018 ging het om een verdachte die het slachtoffer een stomp in het gezicht heeft gegeven hoewel zij in het ziekenhuis lag wegens de geboorte van haar zoon. Deze stomp heeft de verdachte gegeven omdat het slachtoffer had aangegeven niet met hem te willen trouwen. In de andere zaak van 2019 ging het om een verdachte die het slachtoffer, met wie hij anderhalf jaar een relatie had, in het gezicht en op de borst heeft gestompt. Ook in deze zaken zijn de verdachten vrijgesproken van de strafverzwarende omstandigheid omdat de relatie niet te vergelijken was met die van echtgenoten of geregistreerd partners.

Tot slot heeft de Hoge Raad in een arrest van 30 januari 2018 geoordeeld dat het oordeel van het hof om een dakloze aangeefster als levensgezel aan te merken van de eveneens dakloze verdachte, gelet op de aard en de hechtheid van de relatie, onjuist noch onbegrijpelijk was.

Conclusie

De verdachte kan een zwaardere straf opgelegd krijgen indien hij de mishandeling tegen zijn of haar levensgezel heeft gericht. Of hiervan sprake is, is lastiger te bepalen dan het op het eerste gezicht lijkt. 

 

Wordt u verdacht van mishandeling? Dan kan de hulp van een gespecialiseerd advocatenkantoor u helpen. De advocaat bij ons op kantoor in Bussum die u kan helpen is mr. M.J. Schimmel. U kunt telefonisch contact opnemen via 035 964 48 33 of per e-mail via michiel@hameradvocaten.nl.

Vluchten kan niet meer (bij noodweer)
Wanneer mag je erop vertrouwen dat een zaak geseponeerd is?