Inleiding
Nu duidelijk is dat de festivals dit jaar weer mogen doorgaan, vind ik het leuk om een blog te wijden aan het ietwat curieuze fenomeen genaamd de moshpit. Deze blog is puur speculatief en bestaat uit educated guesses waarbij ik de vergelijking maak met strafrechtelijke sport- en spelsituaties. Ik ga niet in op eventuele civiele aansprakelijkheid.
Wat is een moshpit?
Voor de minder fanatieke concert of festivalganger die zich afvraagt wat een moshpit is, een korte uitleg. Sinds ik 17 ben ga ik bijna ieder jaar naar Lowlands, Pinkpop en een aantal concerten. Bij veel optredens in de hardere rockgenres, alsmede bij hiphopconcerten, ontstaat er daar met enige regelmaat een moshpit.
Wikipedia omschrijft de moshpit als volgt:
“Moshen (ook wel slamdance of slamming genoemd) is tijdens een hardrock-, punk– of metalconcert in de pit wild tegen elkaar aan beuken maar in extreme gevallen kan dit ook wild om zich heen slaan zijn. Een pit is een groep personen die moshen of slamdancen (een zwakke vorm van moshen) en die zich bij concerten meestal direct voor het podium bevinden. Het is een soort uitlaatklep voor bezoekers aan een hardrockconcert.”
Enkele mooie voorbeelden van de laatste jaren op Nederlandse festivals tref je hier Opposites op Lowlands en hier John Coffey op Lowlands.
Vergelijking sport- en spelsituaties
Zover ik weet is de moshpit een veel voorkomend fenomeen bij concerten en iets waar je als gemiddeld festivalbezoeker rekening mee moet houden. Daarnaast kan ik uit eigen ervaring vertellen dat het een bijzondere manier is om stoom af te blazen.
Wat echter nooit is uitgekristalliseerd, is de vraag of je strafrechtelijk aansprakelijk kan zijn als je te ver gaat en zo ja, wat te ver gaan is.
De Hoge Raad heeft bij sportsituaties, onder andere in dit arrest, een aantal basisregels gemaakt die hier van toepassing kunnen zijn. Die zaak ging over een harde sliding waarbij een slachtoffer een kuit- en scheenbeen breuk opliep. De Hoge Raad gaat ten eerste in op het opzet wat vereist is bij een bewezenverklaring voor een mishandeling bij een sliding. De Hoge Raad stelt dat hiervoor bij sport- en spelsituaties geen andere regels gelden dan in het normale leven:
“Bij de beoordeling van het middel moet worden vooropgesteld dat de omstandigheid dat een gedraging is verricht in een sport- of spelsituatie, geen zelfstandige factor is bij de beoordeling van het tenlastegelegde opzet, in die zin dat die omstandigheid tot een beoordeling aan de hand van andere maatstaven zou dienen te leiden dan indien het gaat om een gedraging die buiten zo’n situatie is verricht.”
Over de opzet kan men dus simpel zijn; als je een klap geeft aan een ander, dan heb je in principe de opzet. De vraag is echter wat voor invloed een sport- en spelsituatie heeft op de zogenaamde wederrechtelijkheid. De Hoge Raad zegt hierover:
“Vooropgesteld zij dat de omstandigheid dat een gedraging is verricht in een sport- of spelsituatie van belang kan zijn voor de vraag of het bewezenverklaarde kan worden gekwalificeerd als mishandeling (vgl. HR 10 september 1996, ECLI:NL:HR:1996:ZD0218, DD97.004). De deelnemers aan een sport, zoals voetbal, hebben immers tot op zekere hoogte gevaarlijke gedragingen waartoe het spel uitlokt over en weer van elkaar te verwachten, terwijl bij een door duidelijke spelregels afgebakende sport die spelregels mede van belang zijn voor het bepalen van de grenzen van de wederrechtelijkheid. Dat geldt echter niet voor gedragingen die losstaan van een spelsituatie waarbij een speler een andere speler letsel toebrengt, terwijl bij gedragingen die in een spelsituatie plaatsvinden, een speler de spelregels op dusdanige wijze kan schenden en zo gevaarlijk kan handelen dat van het ontbreken van wederrechtelijkheid geen sprake kan zijn. (Vgl. HR 22 april 2008, ECLI:NL:HR:2008:BB7087, NJ 2008/375.)”
Die rechtspraak toegepast op een moshpit
Wat lastig is, is dat een potje voetbal duidelijk spelregels heeft die van belang zijn voor de vraag hoe ver je mag gaan. Dit is bij de gemiddelde moshpit minder het geval. Regels zijn echter niet geheel afwezig. Op Wikipedia schrijft de auteur:
“Over het algemeen wordt moshen door hardrockers niet als een agressieve dansstijl gezien, omdat mensen die vallen heel vriendschappelijk weer overeind worden geholpen. Verder is het een ongeschreven, maar strenge, regel dat er niet hoger dan de schouders wordt gestoten en niet onder de gordel. De eerder genoemde headwalks worden dus niet gewaardeerd.”
Deze regel herken ik ook van mijn festivalbezoeken. Hoewel er dus geen harde spelregels zijn, zijn er wel ongeschreven regels. Men slaat niet op het gezicht of het onderlichaam en men helpt eenieder die gevallen is.
Dit lijkt mij van belang bij de kwalificatie of er sprake is van een mishandeling bij een actie in de moshpit (waar op elkaar in gesprongen, geduwd en soms geslagen wordt). Is iemand verder gegaan dan gebruikelijk? Een vuistslag in het gezicht gaat buiten de grenzen van de gemiddelde moshpit. Bij een zogenaamde circlepit kan je het ook niet maken om bijvoorbeeld pootje te haken.
Wat van belang is bij een moshpit is, dat als je er zelfstandig in gaat, je een bepaald risico op pijn en/of letsel accepteert. De hierboven omschreven regels zijn mede van belang voor het bepalen van de grenzen van de wederrechtelijkheid. Je kan het te zot maken. Als je het te zot maakt, dan kan het zo maar zo zijn dat je je schuldig hebt gemaakt aan een strafrechtelijke mishandeling.
Conclusie
Ik heb op rechtspraak.nl geen uitspraken kunnen vinden die gaan over een mishandeling in de moshpit. Er is wel een zaak waarin het woord “moshpit”voorkwam maar dat ging over een situatie die niet vergelijkbaar is. Desalniettemin kan ik me voorstellen dat hier eventuele vragen over zijn.
Mochten die vragen er zijn, dan kun je me gerust bellen. Ik ben bereikbaar op 035 69 44 8 33 en michiel@hameradvocaten.nl.
Foto door anna-m. w. via Pexels
De onderstaande foto is van de auteur en zijn broer op Lowlands.