Deze blog gaat over wanneer de politie je rijbewijs mag invorderen, wat je daartegen kan doen en hoe een advocaat je daarbij kan helpen. Verder bespreek ik zowel invordering door het Openbaar Ministerie als invordering door het CBR. Ik heb het geschreven voor eenieder die het rijbewijs kwijt is en dient als praktisch handvat hoe te handelen.
Dubbele invordering door het OM en het CBR
Om de eerste onduidelijkheid te voorkomen. Het komt met enige regelmaat voor dat het rijbewijs zowel door het Openbaar Ministerie wordt ingenomen als door het CBR. Formeel geldt dat beide procedures een ander doel hebben en omdat de ene procedure een strafrechtelijk karakter heeft en de ander een bestuursrechtelijk karakter. Meer informatie hierover vind je hier.
Deze procedures staan in principe los van elkaar. Een vrijspraak in de strafzaak betekent volgens de rechtspraak dan ook niet dat de mededelingsprocedure van het CBR ongeldig was.
Wet- en regelgeving indien het rijbewijs is ingevorderd door het Openbaar Ministerie
Artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 bepaalt dat de politie verplicht is om het rijbewijs in te vorderen indien er alcohol of drugs in het spel zijn. Dit geldt onder andere voor een beginnend bestuurder al vanaf een bloedalcoholgehalte vanaf 0.8 promille of een ademalcoholgehalte vanaf 350 ugl. Voor een persoon die geen beginnend bestuurder meer is dit vanaf 1.3 promille bloedalcoholgehalte of een ademalcoholgehalte van 570 ugl of hoger. Daarnaast heeft de politie de bevoegdheid om een rijbewijs in te vorderen als de bestuurder bij een ongeval betrokken is of indien de bestuurder de maximale snelheid ernstig heeft overschreden binnen de bebouwde kom. Om het rijbewijs in te kunnen nemen voor een ernstige overschrijding van de maximale snelheid binnen de bebouwde kom, moet de politie u staande houden. Ook bij een weigering tot meewerken aan een ademonderzoek of bloedonderzoek wordt het rijbewijs ingehouden.
De Officier van Justitie bepaalt of een ingevorderd rijbewijs wordt teruggegeven aan de bestuurder of wordt ingehouden. Deze beslissing moet de officier binnen 10 dagen nemen en hierbij is het vermeende recidivegevaar het criterium. Met andere woorden of de bestuurder in herhaling zal vallen met betrekking tot het gepleegde strafbare feit. De ervaring leert dat de officier in principe haar richtlijnen daartoe volgt. Indien de Officier van Justitie niet binnen 10 dagen een beslissing heeft genomen, dan dient u uw rijbewijs terug te krijgen. Let wel, het kan zijn dat die beslissing pas later per post bij u aankomt.
Klaagschrift
Indien uw rijbewijs is ingevorderd, althans indien de officier van justitie heeft besloten om het rijbewijs in te houden, dan kan de strafrechtadvocaat een klaagschrift voor u opstellen met het verzoek de teruggave van het rijbewijs te gelasten. Teruggave dient onder andere plaats te vinden wanneer:
- Er ernstig rekening mee moet worden gehouden met de mogelijkheid dat aan de houder in geval van veroordeling door de rechter of bij uitvaardiging van een strafbeschikking geen onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid zal worden opgelegd;
- Er ernstig rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid dat aan de houder in geval van veroordeling door de rechter of bij uitvaardiging van een strafbeschikking geen onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid zal worden opgelegd van langere duur dan de tijd gedurende welke het rijbewijs is ingevorderd of ingehouden; en
- Het onderzoek van de zaak niet binnen zes maanden na de dag van invordering is aangevangen. Dit moet worden opgevat als zes keer 30 dagen.
Voorbeelden
Enkele voorbeelden van dergelijke procedures treft u onder andere in deze zaak uit 2020. In deze zaak is de Rechtbank positief ingegaan op het klaagschrift van de verdachte. Dit vanwege de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Hij had de snelheid fors overtreden en had recidive op verkeersfeiten, maar de persoonlijke omstandigheden wogen zwaarder
In een vergelijkbare zaak bij dezelfde rechtbank heeft de rechtbank het klaagschrift ongegrond verklaart en het verzoek tot teruggave van het rijbewijs afgewezen. Hier wogen de persoonlijke omstandigheden juist niet zwaarder.
De procedure bij het CBR
Indien het rijbewijs naar het CBR is gestuurd vanwege rijden onder invloed, dan heeft het CBR verschillende opties. Wat het CBR wanneer moet doen, is vastgelegd in de Regeling Maatregelen Rijvaardigheid & Geschiktheid. Hierin kan men relatief makkelijk terugvinden welke maatregel waarschijnlijk wordt opgelegd.
Samengevat zijn voor gevorderde bestuurders de volgende grenswaarde van belang als men voor de eerste keer met het CBR te maken krijgt. Indien het alcoholgehalte boven de 785 ugl ligt voor gevorderd bestuurders of boven de 570 ugl voor beginnend bestuurders, dan wordt het rijbewijs geschorst hangende een onderzoek. Dit onderzoek houdt een fysiek en psychiatrisch onderzoek in. Meer informatie hierover tref je hier. De meeste mensen zakken voor dit onderzoek, advies van een advocaat kan hierbij zeker helpen.
Indien het alcoholgehalte tussen de 350 en 435 ugl is bij gevorderd bestuurders, althans tussen de 220 en 350 ugl bij beginnend bestuurders, dan wordt de lichte educatieve maatregel alcohol en verkeer opgelegd. Indien het gehalte tussen de 435 ugl en 785 ugl, althans 350 en 570 ugl ligt, krijgt men de “normale” educatieve maatregel alcohol en verkeer. Meer informatie over beide cursussen vind je hier.
De laatste maatregel die relevant is, is de maatregel voor veels te hard rijden (bijvoorbeeld meer dan 50 km/u binnen de bebouwde kom) is de educatieve maatregel gedrag en verkeer.
Al deze cursussen dient men vooraf te betalen, de kosten variëren hierbij van €800 tot meer dan €1.200. Het niet betalen en niet halen van deze maatregelen resulteert in de ongeldigverklaring van het rijbewijs.
Het is mogelijk om bezwaar te maken tegen de oplegging van deze maatregelen en een voorlopige voorziening aan te vragen om een besluit te schorsen (bijvoorbeeld als het rijbewijs geschorst is en je niet mag rijden). Hoewel succes in een dergelijke procedure wel degelijk mogelijk is, zie bijvoorbeeld hier, zijn rechtbanken er vaak niet happig op om in deze fase van de procedure een bezwaar gegrond te verklaren.
De Rechtbank Midden-Nederland heeft hier recentelijk nog over geoordeeld:
“Voor het opleggen van een onderzoek naar de geschiktheid hoeft slechts het vermoeden van ongeschiktheid te worden vastgesteld. Juist het opgelegde onderzoek dient ertoe om tot een definitief oordeel te komen over de geschiktheid om een motorvoertuig te besturen. Verweerder dient het vermoeden van ongeschiktheid te beoordelen aan de hand van de feiten en omstandigheden die ten grondslag liggen aan de mededeling van de politie.”
Mocht er na deze maatregelen besloten worden tot ongeldigverklaring van het rijbewijs, bijvoorbeeld bij een negatief resultaat na het onderzoek, dan kan ook daartegen bezwaar worden ingesteld. Dit kan kansrijker zijn. De kern van de beoordeling is doorgaans of de rapportage naar wijze van totstandkoming – zorgvuldig en – naar inhoud – inzichtelijk en concludent is. De rechtbank Midden-Nederland heeft recentelijk uiteengezet wanneer dit het geval kan zijn. Ik citeer:
“Uit de uitspraak van de ABRvS van 24 april 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:1339) volgt dat een psychiater de conclusie dat sprake is van ‘alcoholmisbruik in ruime zin’ niet uitsluitend kan stellen op basis van de anamnese in combinatie met een sterk verhoogd ademalcoholgehalte, omdat de betrouwbaarheid van de anamnestische gegevens in de keuringssituatie laag is en het ademalcoholgehalte steeds een momentopname is. Daarom kan de diagnose ‘alcoholmisbruik in ruime zin’ alleen worden verkregen met de hulp van meerdere aanwijzingen die die diagnose ondersteunen en die een aanwijzing kunnen vormen voor aanwezigheid van een alcoholprobleem. Die aanwijzingen kunnen onder meer worden gevonden in de omstandigheden van de aanhouding. Daarbij valt te denken aan contextuele zaken of observaties van de verbalisanten, zoals het (relatief) ontbreken van intoxicatieverschijnselen tijdens de aanhouding, die in het proces-verbaal zijn genoteerd. Daarnaast is het goed of langdurig kunnen functioneren met hoge promillages alcohol een aanwijzing voor alcoholtolerantie en daarmee voor de aanwezigheid van problemen met het gebruik van alcohol. In dat verband kan worden gedacht aan het kunnen besturen van een auto onder invloed van hoge promillages alcohol.”
Hier valt dus nog het een en ander aan te voeren. De kosten van zo’n bezwaarprocedure kunnen wel hoog zijn, nu men voor dergelijke zaken in principe geen recht heeft op gefinancierde rechtsbijstand. De Raad voor Rechtsbijstand acht burgers zelfredzaam voor dit soort zaken.
Conclusie
Is uw rijbewijs onlangs ingevorderd? Hulp bij de verdediging van een gespecialiseerd advocaat kan hierbij helpen. De advocaat weet wat vaak effectief is om aan te voeren en ook wat soms beter is om achterwege te laten. Bij ons op kantoor behandelt Michiel Schimmel de strafzaken. Hij is te bereiken op 035 69 44 8 33 of via michiel@hameradvocaten.nl.