Inleiding en casus
Enige tijd geleden heb ik geschreven over een uitspraak van het Hof Den Haag, vorige week heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in diezelfde zaak. Het gaat om het volgende. Op 30 november 2014 is er een voetbalwedstrijd in Schoonhoven. De ene man, het slachtoffer speelt tegen het team van de verdachte. In de tweede helft sprinten ze beiden achter de bal aan. De verdachte maakt tijdens die sprint een tackle van schuin achteren op de benen van het slachtoffer. Het slachtoffer loopt een dubbele beenbreuk en een scheur in het enkelgewricht op. De bal was in de buurt, waar exact is onduidelijk. De verdachte is veroordeeld voor mishandeling terwijl dit zwaar lichamelijk letsel tot gevolg had.
De Hoge Raad heeft een aantal verweren gekregen van de verdediging, waarvan er twee van belang zijn, te weten:
– Had de verdachte opzet op de mishandeling?
– Is een dergelijke sliding strafbaar als het tijdens het voetballen gebeurt?
Vraag één; was er sprake van opzet?
De eerste vraag, die in deze zaak beantwoord moet worden voor een veroordeling van mishandeling, is of er sprake was van opzet op het toebrengen van pijn of letsel. Het mag duidelijk zijn dat in deze zaak de voetballer niet het doel had het been te breken. Tevens was het niet zijn doel pijn of letsel toe te brengen, maar om de bal te spelen.
De vraag is dan of er sprake is van voorwaardelijk opzet. Dit houdt in dat, hoewel iets niet je eerste doel is, je willens en wetens, naar algemene ervaringsregel(s) aanmerkelijk te achten, de kans hebt aanvaard dat dit gevolg zal intreden. Oftewel, in klare taal, dat er een kans is dat er pijn of letsel zalontstaan, dat je je dit beseft en dat je het ook aanvaardt als dit gebeurt.
Het Hof heeft geoordeeld, en dat wordt bevestigd door de Hoge Raad, dat het van schuin achter inzetten van een tackle, terwijl verdachte zich naast het slachtoffer bevond en er geen ruimte was om door te glijden, hij bewust de man en de bal speelde. Door op een dergelijke manier te tackelen heeft de verdachte de kans aanvaard, dat hij het slachtoffer pijn of letsel zou toebrengen.
Vraag twee; wordt dit dan gerechtvaardigd doordat dit te verwachten is op het voetbalveld?
De verdediging voert aan dat dergelijke tackles te verwachten zijn op het voetbalveld. Deelnemers aan een sport hebben immers tot zekere hoogte gevaarlijke gedragingen over en weer te verwachten. Of en wat je kunt verwachten hangt af van wat onder andere de regels voorschrijven, maar ook of een gedraging de spelregels zodanig schendt, dat dit het handelen niet binnen de grenzen valt van wat te verwachten valt.
Het Hof, bevestigd door de Hoge Raad, meent dat een dergelijke tackel niet binnen de grenzen valt van wat je als voetballer kan verwachten als je het veld betreedt.
Conclusie
Of je een sliding van achteren kan verwachten tijdens een potje voetbal, weet ik niet. Het lijkt mij dat je hier wel rekening mee kan houden als je het voetbalveld betreedt. De hoogste rechter van ons land denkt hier echter anders over. Er is dus een risico dat je strafrechtelijk vervolgd kunt worden voor een tackle tijdens een voetbalwedstrijd. Mochten hier vragen over zijn, dan kun je altijd bellen met Michiel Schimmel, onze strafrechtadvocaat.