Over dit probleem gaat een recent arrest van de Hoge Raad. Wat was er aan de hand? In 2016 wordt een man gestopt voor een verkeerscontrole. Bij deze verkeerscontrole blijkt dat het rijbewijs van de man ongeldig is verklaard per september 2010. De reden van de ongeldigverklaring was dat de man de Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer had opgelegd gekregen en de kosten hiervoor niet had voldaan.
Het besluit tot ongeldigverklaring is vervolgens aangetekend naar de man gestuurd.
De straffen hierop zijn niet mals. De richtlijnen van de rechtspraak geven hiervoor bij first offenders al een gevangenisstraf van twee weken.
Artikel 9 Wegenverkeerswet 1994
Artikel 9 van de Wegenverkeerswet bepaalt, samengevat, dat het degene die weet of redelijkerwijs moet weten dat hem de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen is ontzegd, verboden gedurende de tijd dat hem die bevoegdheid is ontzegd, op de weg een motorrijtuig te besturen of als bestuurder te doen besturen. De verschillende leden van artikel 9 WVW gaan over de verschillende manieren hoe een rijbevoegdheid ontzegd kan worden (strafrechtelijk en bestuursrechtelijk in allerlei variaties), maar bottom line is dat als een instantie je verboden heeft te rijden, je strafbaar bent als je alsnog gaat rijden.
Centrale vraag
In deze zaak stond echter de vraag centraal of de man wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Agenten hadden het in het verleden weleens in andere zaken tegen hem gezegd, er was een aangetekende brief naar zijn adres gestuurd en hij had zijn rijbewijs in 2012 ingeleverd, maar uit het bewijs wat het Hof heeft gebruikt om tot een bewezenverklaring te komen kan niet voldoende worden afgeleid dat de man daadwerkelijk wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Hierin is belangrijk dat het besluit tot ongeldigverklaring hem nooit daadwerkelijk persoonlijk is uitgereikt. De Hoge Raad stelt letterlijk:
“Uit de bewijsvoering kan niet zonder meer volgen dat de verdachte op 20 juli 2016 ‘wist’ dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Anders dan het hof heeft geoordeeld, is de omstandigheid dat het besluit tot ongeldigverklaring van het rijbewijs van de verdachte per aangetekende brief is verzonden naar het toenmalige adres van de verdachte en de verdachte zijn rijbewijs kennelijk op 23 november 2012 heeft ingeleverd daartoe niet voldoende. Evenmin kan dit worden afgeleid uit de door het hof tot het bewijs gebezigde verklaringen van de verdachte uit 2015, ook niet wanneer die worden bezien in samenhang met de vragen naar aanleiding waarvan hij die verklaringen heeft afgelegd, noch uit de overige omstandigheden die het hof in aanmerking heeft genomen. De bewezenverklaring is daarom op dit punt ontoereikend gemotiveerd (vgl. HR 9 juli 2019, ECLI:NL:HR:2019:1146).“
Conclusie
Als je verdacht wordt van rijden tijdens een ontzegging van de rijbevoegdheid, is het van cruciaal belang of uit het bewijs kan worden afgeleid dat je daadwerkelijk wist dat je rijbewijs ongeldig is verklaard. Zolang dit niet vaststaat, valt hier een goed verweer op te voeren. Ben je gedagvaard voor overtreding van artikel 9 van de Wegenverkeerswet 1994, dan is het zaak zo snel mogelijk contact op te nemen met Michiel Schimmel. Dit kan via 035 69 44 8 33 of per mail naar michiel@hameradvocaten.nl.