Normaal gesproken vangt een werknemer bot bij de rechter als hij zelf ontbinding vraagt. In dit geval krijgt de werknemer de hoofdprijs. Wat heeft de werkgever gedaan dat hij zo gestraft wordt door de kantonrechter?
Wat is het geval. Een bestuurder van een kleine onderneming nodigt zijn werknemer uit voor een disciplinair gesprek. En dan is er het gesprek wat niet goed verloopt. Werkgever erkent dat het gesprek dat op 6 juni 2017 tussen met name haar bestuurder en werkgever heeft plaatsgevonden, nooit op die manier gevoerd had mogen worden. Daarmee staat voor de kantonrechter vast dat bestuurder op indringende, bedreigende en intimiderende toon tegen werknemer heeft gesproken. Zoals de kantonrechter meldt in zijn vonnis: : X heeft (1) op suggestieve toon vragen gesteld, (2) de vergelijking gemaakt van een brandweerman die een dood kind in bed aantreft, (3) bij herhaling werknemer een klootzak genoemd met verschillende aanvullende diskwalificaties, (4) gezegd dat er een centimeters dik personeelsdossier ligt, één telefoontje en werknemer zou weg zijn, (5) gezegd dat werknemer zelf weg mocht gaan en dat hij dat zelf moest regelen en (6) gezegd dat hij hoopte dat een nieuwe werkgever niet zou bellen voor een referentie.
De kantonrechter vindt dat werkgever ver over de scheef is gegaan. Dit gedrag kan en mag niet gebeuren in een normale werkrelatie vindt de kantonrechter. Wanneer een werkgever zich zo gedraagt, dan moet de werkgever de gevolgen daar maar over voelen. En dat is wat hier gebeurd is. Daarom kent de kantonrechter de werknemer naast een transitievergoeding van € 16.184,84 bruto, een billijke vergoeding van € 52.580 bruto en een netto vergoeding wegens immateriële schade van € 10.000.
Conclusie: slecht werkgeversgedrag wordt afgestraft. Daarom adviseer ik dat een bestuurder zich door HR-functionaris laat adviseren omtrent zijn personeelsbeleid, hoe klein de onderneming ook is, om dit soort gedrag zoveel mogelijk te voorkomen.