Op 15 december 2020 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een zaak waarin een aangever een stomp heeft gekregen van de verdachte. Hij verklaart echter niet of hij pijn had van de klap en ook de rest van het dossier geeft daar geen informatie over. De aangever en de verdachte hadden ergens afgesproken om een ruzie uit te spreken omtrent een familielid van een van de partijen. Naar aanleiding van het ontstaan van een gevecht heeft de verdachte aangever een stomp gegeven en is daarna weg gegaan. De vraag is nu of desalniettemin bewezen kan worden verklaard dat de verdachte aangever mishandeld heeft, door hem opzettelijk pijn te doen.
Wet- en regelgeving
De wettekst van artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht luidt:
“Mishandeling wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie.”
Er kan een zwaardere straf opgelegd worden indien er zwaar lichamelijk letsel is ontstaan of als de mishandeling de dood tot gevolg heeft. Een poging tot eenvoudige mishandeling is niet strafbaar
Pijn en leed
In de onderhavige zaak gaat het om het opzettelijk aan een ander toebrengen van pijn door het geven van een stomp. Onder “mishandeling” moet worden verstaan het opzettelijk aan een ander toebrengen van lichamelijk letsel of pijn, het opzettelijk benadelen van de gezondheid alsmede – onder omstandigheden – het opzettelijk bij een ander teweegbrengen van een min of meer hevige onlust veroorzakende gewaarwording in of aan het lichaam, een en ander zonder dat daarvoor een rechtvaardigingsgrond bestaat. Voorbeelden van dit laatste zijn het vastpakken van het scrotum van een agent, Hierbij kunt u denken aan: het vastpakken van het scrotum van een agent, het overgieten met urine en hoesten in het gezicht van een ander en daarbij zeggen een gevaarlijk virus over te brengen.
Toepassing
In bovenstaande casus heeft de verdachte het slachtoffer een stomp gegeven. Hij heeft echter niets verklaard over eventueel pijn op letsel. De advocaat-generaal geeft echter uitsluitsel hierover en haal een arrest aan van de Hoge Raad uit 1935. De Hoge Raad heeft in dat arrest onder andere geoordeeld dat met de woorden ‘het opzettelijk gewelddadig geven van een stomp’ genoegzaam tot uitdrukking is gebracht dat daardoor pijn of letsel is toegebracht.
Conclusie
Mocht je verdacht worden van mishandeling, dan hoeft dus niet vast te staan dat het slachtoffer daadwerkelijk pijn had. Het geven van een stomp is voldoende om aan te nemen dat bij een ander pijn is ontstaan. Hiervoor zal dus toch echt meer aangevoerd moeten worden.
Hulp bij de verdediging van een gespecialiseerd advocaat kan hierbij helpen. Bij ons op kantoor behandelt Michiel Schimmel de strafzaken. Hij is te bereiken op 035 69 44 8 33 of via michiel@hameradvocaten.nl.