Wij merken dat de laatste tijd steeds vaker woningsluitingen plaats vinden op last van de burgemeester. Op 28 augustus 2019 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State hierover een uitspraak gewezen, waarin uiteengezet wordt wanneer een burgemeester de woning al dan niet mag sluiten en wat je hiertegen kunt doen.
De woningsluiting en artikel 13b van de Opiumwet
De bevoegdheid van de burgemeester om een woning te sluiten, wordt gebaseerd op artikel 13b van de Opiumwet. Dit artikel is ingevoerd bij de Wet Bestuursdwang Opiumwet (ook wel aangehaald als de Wet Damocles). Dit artikel luidt:
De burgemeester is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in een woning of lokaal of op een daarbij behorend erf:
- a.een middel als bedoeld in lijst I of II dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid, wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is;
- b.een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder 3°, of artikel 11a voorhanden is.
Het eerste lid is niet van toepassing indien woningen, lokalen of erven als bedoeld in het eerste lid, gebruikt worden ter uitoefening van de artsenijbereidkunst, de geneeskunst, de tandheelkunst of de diergeneeskunde door onderscheidenlijk apothekers, artsen, tandartsen of dierenartsen.
Op basis van dit artikel zijn (in bijna alle gemeentes) beleidsregels opgesteld wanneer woningen gesloten worden. Zo zijn de beleidsregels van de Gemeente Hilversum hier te vinden, en die van Gooise Meren hier.
Op zich is dit artikel redelijk duidelijk, als er iets aan de hand is met soft- of harddrugs, dan mag de burgemeester in principe de woning sluiten. Dit heeft tot schrijnende situaties geleid waarbij bijvoorbeeld een woning gesloten werd waarbij (zeer jonge) kinderen op straat kwamen te staan, of waar slechts 1,4 gram heroïne en 0,5 gram cocaïne aanwezig was.
Er was en is veel onduidelijkheid over wat, wanneer en hoe dat nu kon. Deze duidelijkheid heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State geprobeerd op te lossen door een overzichtsarrest te wijzen.
Wanneer wel en wanneer niet?
Of en zo ja, wanneer een woning gesloten mag worden, hangt van een aantal omstandigheden af. Op grond van artikel 4:84 van de Algemene Wet Bestuursrecht handelt de burgemeester overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in de verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.
Dit betekent dat de burgemeester bij een beslissing tot sluiting alle omstandigheden van het geval moet betrekken bij een beoordeling en bezien of deze op zichzelf, dan wel tezamen met andere omstandigheden, moeten worden aangemerkt als bijzondere omstandigheden in de zin van artikel 4:84 Awb die maken dat het handelen overeenkomstig het beleid gevolgen heeft die onevenredig zijn in verhouding tot de met het beleid te dienen doelen.
Bij een sluiting van de woning dient aan de voor de bewoners mogelijk zeer ingrijpende gevolgen, zeker gezien het recht op eerbiediging van privé familie- en gezinsleven een zwaar gewicht te worden toegekend bij de beoordeling van de vraag of de burgemeester in redelijkheid van zijn bevoegdheid gebruik heeft kunnen maken en, zo ja, of de wijze waarop de bevoegdheid is toegepast evenredig is.
Bij deze afweging dienen de volgende omstandigheden te worden betrokken. In de eerste plaats moet gekeken worden of, aan de hand van de ernst en de omvang van de overtreding, de sluiting noodzakelijk is ter bescherming van het woon- en leefklimaat bij de woning en het herstel van de openbare orde. In dit kader is relevant of:
Er niet volstaan kan worden met een waarschuwing;
- Of er sprake was van een handelshoeveelheid;
- Of er sprake is van recidive;
- Als de woning in een voor drugscriminaliteit kwetsbare woonwijk ligt;
- Of de drugs daadwerkelijk vanuit de woning werden verhandeld.
Als bepaald is dat sluiting van de woning noodzakelijk is, dan moet gekeken worden of de sluiting ook evenredig is (i.e. proportioneel is). Voor de beoordeling of een sluiting evenredig is, zijn de volgende voorwaarden van belang:
- Verwijtbaarheid, zoals of iemand überhaupt wel op de hoogte is of had moeten zijn van de drugs;
- De gevolgen van de sluiting, waaronder medische gevolgen, de mogelijkheid tot vervangende woonruimte en de mogelijkheid dat iemand aan het einde van de sluiting niet terug kan keren in de woning;
- Aanwezigheid minderjarige kinderen.
Al deze punten dienen in verhouding gezien te worden. Het enkele feit dat er minderjarige kinderen aanwezig zijn, betekent niet dat van sluiting moet worden afgezien. Uiteindelijk draait het om alle feiten en omstandigheden tezamen.
Tips
Onze ervaring is dat burgemeesters redelijk rücksichtsloos kunnen overgaan tot de sluiting van de woning, met alle gevolgen van dien. Snel handelen is hierbij relevant, immers schorst een bezwaar de uitvoering van het besluit niet. Voor het indienen van zienswijze, bezwaar- en beroepsschriften en het aanvragen van een voorlopige voorziening kan de hulp van een gespecialiseerd advocaat cruciaal zijn. Bij Hamer Advocaten hebben we het geluk dat er zowel specialisten op het gebied van strafrecht als op het gebied van bestuursrecht aanwezig zijn. In die zin kunnen wij u snel en adequaat bijstaan.
Voor meer vragen hierover, kunt u dan ook het beste contact met of Michiel Schimmel (strafrecht) of Moshe Beukers (bestuursrecht) opnemen via 035 69 44 33 of per e-mail of info@hameradvocaten.nl.